De Roussillon is een apart stukje Zuid-Frankrijk met zijn Spaans-aandoende vissers-haventjes en Catalaanse tongval. Dit komt, omdat het tot in de 17de eeuw bij Spanje heeft gehoord. Pas in 1659 werd Catalonië in twee stukken verdeeld, waardoor de Roussillon Frans werd.

Met de Vrede van de Pyreneeën kwam op 7 november 1659 een einde aan de Spaans-Franse conflicten die voortvloeiden uit de Dertigjarige Oorlog. Hierbij kwamen beide landen een nieuwe grens overeen, waarbij Spanje afstand deed van de Roussillon, een deel van Navarra en het noordelijke deel van de Cerdagne. Zo ontstonden Spaans Catalonië en Frans Catalonië.

Het gebied heeft echter zijn Spaanse identiteit nooit verloren. Ook klimatologisch is het er droger en warmer dan in de rest van Frankrijk. De badplaatsen worden gekenmerkt door dikke oude palmbomen langs de boulevards en ook de cuisine is meer Spaans dan Frans. In de Roussillon spreekt men nog veel Occitaans/Catalaans onder elkaar.

De kuststrook is erg populair bij liefhebbers van zon, zee en strand. Badplaatsen als Canet Plage en Argeles-sur-Mer hebben de vakantieganger dan ook veel te bieden. Er is tropische begroeiing op de boulevard, vele winkeltjes en restaurantjes en een kilometers lang zandstrand dat niet te steil afloopt naar zee. Dus vooral ideaal voor families met kinderen.

Ook in het binnenland is er van alles te beleven, de groene Corbière en de uitlopers van de Pyreneeën zijn ideale wandelgebieden. Hier vindt u een indrukwekkende natuur, geflankeerd door de Pyreneeën en de heilige berg Canigou, die bij de Catalanen een bijzondere plaats in hun harten inneemt. Vervolgens heeft ook de indrukwekkende geschiedenis zijn sporen achtergelaten. Eeuwenlang regeerden hier de Romeinen en Visigoten, en na de Moorse bezetting kwam het definitief bij het Heilige Roomse rijk. Maar de regering was vooral feodaal en nog eeuwenlang werd het gebied bestuurd door bijna onafhankelijke markiezen, hertogen en graven, die veelal afstamden van belangrijke adellijke en voornamelijk Visi- of Ostrogotische families. Nadat het gebied bij Frankrijk kwam in de 17de eeuw, kreeg het de naam Pyrénées-Orientales.

Cultuurliefhebbers kunnen hun hart ophalen in één van de schitterende abdijen, middeleeuwse stadjes of kastelen. Catalonië was één van de belangrijkste rijken van het Middellandse Zeegebied. De Balearen en Roussillon vormden een deel van dit rijk. Ongeveer tachtig jaar (1261 - 1279/1344) waren Roussillon en de Balearen een min of meer zelfstandig rijk: het koninkrijk Mallorca, met als hoofdstad Perpignan.

Perpignan
Perpignan is een gezellige stad met veel kleine straatjes. Verscheidene fraaie panden in de stad getuigen van een vroegere economische bloeiperiode. Het paleis van de koningen van Mallorca is tussen de 13de en de 14de eeuw gebouwd en is het oudste koninklijke verblijf in Frankrijk. Het is gebouwd nadat Jacques le Conquérant (de Veroveraar) besloot om van Perpignan de hoofdstad te maken van het koninkrijk Mallorca. De citadel is deels bewaard gebleven en kijkt uit over de stad.

Perpignan telt verschillende interessante kerken zoals de Notre Dame Ste Marie la Réal, een typisch voorbeeld van zuidelijke Gotiek. De Eglise St. Jaques stamt uit de 14de eeuw, en is deels gebouwd op de oude stadsmuren. En tenslotte is er de kathedraal, St. Jean Baptiste.

Het centrum van de stad wordt gekenmerkt door de Place de la Loge met zijn prachtige oude gebouwen, zoals het oude stadhuis en de oude rechtbank (Loge de la Mer) uit de 14de eeuw. Aan het Place de Verdun staat Le Castillet uit de 14de eeuw. Dit was het punt in de stadsmuren waar vanaf de stad werd verdedigd. Hierin is tegenwoordig een interessant streekmuseum gevestigd. Rondom dit gebouw wordt ieder jaar op 23 juni tijdens het feest van Johannes de Doper het vuurwerk afgestoken.

Op de Place Armand Lanoux is het VVV gevestigd. Er worden in Perpignan regelmatig markten gehouden, zoals de zomerse vlooienmarkt op zondagmorgen (Palais des Expositions).

In de periode dat Spanje en Frankrijk vochten om het bezit van de Roussillon, speelde het Fort de Salses, iets ten noorden van Perpignan, een grote rol. Het fort werd in 1497 in opdracht van koning Fernando van Aragón gebouwd. Het fort is half ingegraven en een prachtig voorbeeld van Spaanse militaire architectuur. Het gebouw is goed bewaard gebleven en een bezoek zeker waard. De rondleiding duurt ongeveer 45 minuten.

De oude stad Elne kent een lange geschiedenis. Toen de Romeinen kwamen, vonden ze het niet zo erg belangrijk. Het werd Illiberis genoemd. In de 4de eeuw werd de citadel door keizer Constantijn herbouwd. Toen hernoemde hij de stad "Elna", naar zijn moeder Helena. Het werd meteen de hoofdstad van de toenmalige Roussillon. Halverwege de 5de eeuw vestigde de bisschop zich in Elne. Pas in 1602 verhuisde deze bisschopszetel naar Perpignan. Bezienswaardig is vooral de kathedraal St. Eulalie, waarvan delen uit de 11de eeuw stammen. Maar het neusje van de zalm is toch wel het erachter gelegen klooster met zijn schitterende pilaren, waarvan er geen één hetzelfde is. In het klooster kunt u een klein doch prachtig archeologisch museum bezoeken. In het dorpje zelf kunt u leuke wandelingen maken door het middeleeuwse centrum. Hier en daar heeft u vanaf de stadswallen een schitterend uitzicht over de omgeving.

Het is een aanrader om Elne in de ochtend te bezoeken, waarna u naar één van de badplaatsen rijdt voor de lunch. Een vers gebakken vis mag dan op het menu niet ontbreken. De hete middaguren kunt u dan doorbrengen aan het prachtige strand. Vlakbij liggen namelijk de familiebadplaatsen Canet Plage en Argelès-sur-Mer, beiden aan een fijn breed zandstrand. U kunt wandelen over de met palmen omzoomde boulevards en rondneuzen in de souvenirwinkeltjes. Er zijn diverse terrassen waar u een overheerlijke sorbet kunt oplepelen.

Ook het pittoreske Collioure met zijn Tempelierskasteel, winkelstraatjes en strandjes is een absolute aanrader. Het is heerlijk toeven bij het haventje, en het is tevens een artiestenstadje. Veel beroemde kunstschilders (o.a. in de surrealistische stijl) kwamen hier voor de sfeer en het licht naartoe. Er zijn enkele interessante musea.

Tip: Collioure is zeer populair. U kunt het beste al vroeg in de ochtend gaan, zodat u uw auto kunt parkeren. Er gaan 's zomers ook hop-on-hop-off bootjes langs de kust zodat u bijvoorbeeld ook met een boot vanuit Port Vendres of Argelès-sur-Mer naar Collioure kunt gaan.

Gaat u verder zuidwaarts langs de kust richting de Spaanse grens, dan worden de stranden wat meer rotsachtiger.

Wanneer u van natuurschoon houdt, dan is bijvoorbeeld de Vallée de la Têt een bezoek meer dan waard. De Têt is een riviertje die bij Perpignan in de Middellandse Zee stroomt. De rivier ontspringt aan de voet van de berg Pic Carlit vlakbij Font Romeu in de Pyreneeën en stroomt door een prachtig dal naar de zee. Bij Ille-sur-Têt kunt u de orgelpijpen bezoeken, vreemd verweerde rotsen die op orgelpijpen lijken. De omgeving is er schitterend!
In Tautavel kunt u het museum bezoeken over de oudste Europeaan, die men de Tautavel mens noemt (zie de webpagina over de Corbière).

Bij de heilige berg Canigou ligt het prachtige 11de eeuwse klooster St. Martin du Canigou. In de omgeving kunt u schitterende wandelingen maken. De abdij zelf is weer in functie en alleen op afspraak te bezichtigen. De belangrijkste bezienswaardigheid is echter de spectaculaire ligging, die u vanaf een wandeling in de omgeving kunt aanschouwen.

Prades is een oude marktstad in het vruchtbare dal van de Têt aan de noordelijke voet van de Canigou. Heel bijzonder is de zwarte Christusfiguur van de kerk St. Pierre. Op dinsdag is er markt in de Allées Arago rondom de kerk.

In de omgeving van Prades ligt het bijzondere klooster van St. Michel de Cuxa. Het klooster werd in 974 ingewijd en behoorde in de Middeleeuwen tot de belangrijkste Catalaanse kloosters. In juli en augustus is er een muziekfestival, waar duizenden mensen op af komen. U kunt bij de lokale VVV kaartjes hiervoor kopen.

Verder kunt u een adembenemende wandeling maken door de Kloof van Carança. Hier loopt een pad dat in de rotswand is uitgehakt.

Een andere trekpleister is sinds enkele jaren wel het mysterieuze spookdorp Perillos, waar allerlei verhalen de ronde doen die te maken hebben met de Graallegenden. Er is zelfs een organisatie opgericht, de Societé Perillos, die zich bezig houdt met onderzoek naar deze mysterieuze geschiedenis.

Uiteraard is de Roussillon de plaats waar diverse indrukwekkende Katharenkastelen te vinden zijn. Zie voor meer informatie de webpagina over de Katharen. Bezoek o.a. Queribus of Peyrepertuse, de twee beroemdste kastelen van de Roussillon. Maar er zijn er nog veel meer. Ankie Nolen heeft in haar boek "Het Land der Katharen, een historisch overzicht" (ISBN 90-5911-119-2) van uitgeverij Aspekt een indrukwekkend overzicht gecreëerd van bekende maar vooral ook minder bekende Katharenkastelen. Het boek is derhalve een 'must' voor de ware liefhebber van deze oude burchten.

Het is duidelijk, een bezoek aan de Languedoc zonder een dagtocht te hebben gemaakt naar de Roussillon is niet compleet. Het loont om de weg kwijt te raken, want dan komt u vaak in stukjes ongerepte schoonheid, en ontdekt u oude dorpjes, mysterieuze ruines of indrukwekkende uitzichten. Een uniek stukje Frankrijk!